Heey Bas,
Zo te zien aan de reacties van Fred en Z, weten de twee heren nog niet waar het exact over gaat. Ik heb hier wel wat intressants gevonden:
Ik heb de symptonen in het midden ongeveer even in vet en cursief geschreven.
1) Beschrijving
Het Syndroom van Asperger werd in 1944 ontdekt door de Oostenrijkse pediater Hans Asperger, die een thesis publiceerde over “Die autistischen Psychopathen im Kindesalter”. Zijn thesis bleef tot aan zijn dood in 1980 grotendeels onbemerkt buiten de Duitstalige wereld. Pas in de jaren 90 heeft de term “Syndroom van Asperger” ingang gevonden in de Engelstalige medische wereld door de vertaling van zijn thesis in het Engels door Uta Frith (waarover later meer).
In 1994 werd de term “Syndroom van Asperger” opgenomen in DSM IV (Diagnostic and Statistical Manual, 4de uitgave), het gezaghebbende handboek van de Amerikaanse Vereniging van Psychiaters. Verderop in deze website vind je de diagnosecriteria voor Syndroom van Asperger uit DSM IV. Er bestaat nog wel discussie over de vraag of hoog-functionerend autisme en Syndroom van Asperger identiek zijn of niet. Mensen met Syndroom van Asperger zijn normaal begaafd tot hoogbegaafd, maar zonder stoornis in de taalontwikkeling. E-mail is heel populair bij mensen met Asperger: het is gemakkelijker dan telefoneren omdat het voorspelbaarder is, je moet niet zo snel reageren.
Met autisten hebben ze alle andere kenmerken van autisme gemeen. Autisme is een ontwikkelingsstoornis (dikwijls “Pervasieve Ontwikkelingsstoornis” genoemd), die leidt tot een gebrek aan sociale vaardigheden. Mensen met Syndroom van Asperger zijn sociaal naïef en kunnen niet of onvoldoende inschatten wat sociaal gepast is en wat niet. Autisme komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Hoe autisme veroorzaakt wordt, is nog niet ontdekt: er wordt gedacht aan een genetisch bepaalde afwijking in de hersenen.
Autisten denken zoals kinderen: rechtlijnig en dwangmatig. Ze hebben ook een grote weerstand tegen verandering. Autisten hebben een stereotype interesse (zeg maar een obsessie) waarin ze heel deskundig kunnen worden en splintervaardigheden kunnen ontwikkelen.
Mensen met autisme zijn niet in staat tot empathie. Ze kunnen zich niet inleven in de gevoelens en gedachten van anderen. Daardoor komen ze over als gevoelloos.
Op een Canadese website hebben een aantal mensen met Syndroom van Asperger een toepasselijke bijnaam gevonden voor hun handicap: “Oops Wrong Planet Syndrome”. Ik heb regelmatig het gevoel dat ik op de verkeerde planeet ben terechtgekomen. Mijn moeder zegt ook dat ze dikwijls het gevoel heeft dat ik van een andere planeet kom.
Syndroom van Asperger is net als autisme een handicap, die niet te genezen is. Sommige patiënten werken voltijds of deeltijds, andere patiënten krijgen een invaliditeitsuitkering van het ziekenfonds of een inkomensvervangende tegemoetkoming (al dan niet samen met een integratietegemoetkoming) van het Ministerie van Sociale Zaken. Er zijn Aspergerpatiënten die een universitair diploma hebben behaald. Mensen met Asperger hebben het dikwijls heel moeilijk om zich aan te passen aan hun omgeving (collega’s) en zijn daardoor dikwijls niet in staat hun werk te behouden. Mensen met Asperger hebben behoefte aan structuur en zijn niet flexibel.
DSM IV
Hieronder volgen de diagnosecriteria voor Syndroom van Asperger uit DSM IV:
A Kwalitatieve tekorten in sociale interactie zoals die zich uiten in tenminste twee van de volgende:
1 Een opvallende beperking in het gebruik van non-verbale gedragingen, zoals oogcontact, gezichtsuitdrukking, lichaamshoudingen en gebaren om de sociale interactie te regelen.
2 Er niet in slagen om gepaste relaties te ontwikkelen met leeftijdsgenoten.
3 Een gebrek aan het spontaan delen van plezier, interesses of activiteiten met andere mensen.
4 Een gebrek aan emotionele of sociale wederzijdsheid.
B Een beperkt, repetitief en stereotiep patroon van gedrag, interesses en activiteiten, zoals die zich uit in tenminste één van de volgende:
1 Een sterke preoccupatie met één of meerdere stereotiepe en beperkte interesses, die vreemd en zeer intensief kunnen zijn.
2 Een schijnbaar star vasthouden aan specifieke, nietfunctionele routines of rituelen.
3 Stereotiepe en repetitieve motorische handelingen (zoals met de handen flapperen, bepaalde lichaamsbewegingen).
4 Een volgehouden preoccupatie voor bepaalde delen van voorwerpen.
C Deze stoornis veroorzaakt een betekenisvolle beperking in sociale, beroepsmatige en andere belangrijke domeinen van functioneren.
D Er is geen betekenisvolle algemene vertraging in de taalontwikkeling.
E Er is geen betekenisvolle vertraging in de cognitieve ontwikkeling, de ontwikkeling van (niet-sociale) zelfredzaamheidsvaardigheden of de nieuwsgierigheid voor de omgeving.
2) Literatuur
Als vakliteratuur kan ik volgende boeken aanbevelen:
a) Nederlandstalig
“Brein bedriegt” van “Dr” Peter Vermeulen (dit boek gaat specifiek over het Syndroom van Asperger)
“Dit is de titel” van Peter Vermeulen (dit boek gaat over autistisch denken). Dit boek kost € 13,63.
“Een gesloten boek” van Peter Vermeulen (dit boek gaat over autisme en emoties)
“…!?” van Peter Vermeulen (dit boek gaat over autisme en communicatie)
“Wijzer worden” van Peter Vermeulen (dit boek bevat getuigenissen van autisten, ouders en hulpverleners). Het bevat ook een getuigenis van mij: van blz. 80 tot en met blz. 83 kunt u mijn getuigenis lezen.
“Autisme verteld” van Cis Schiltmans met getuigenissen van verschillende autisten.
“Dr” Peter Vermeulen is coördinator van de Vlaamse Vereniging Autisme en heeft 5 vlot leesbare boeken geschreven over autisme vanuit zijn praktijkervaring.
“Autisme: van begrijpen tot begeleiden” van Theo Peeters
Theo Peeters (die graag een sjaal draagt) is directeur van het Opleidingscentrum Autisme.
“Autisme: sleutel tot het raadsel” van Uta Frith (dit is een heel theoretisch boek)
Uta Frith is cognitief psychologe aan het Institute for Cognitive Neuroscience in Londen. Zij is gespecialiseerd in autisme.
b) Engelstalig
“Autism and Asperger Syndrome” van Uta Frith
“Asperger’s syndrome: a guide for parents and professionals” van Tony Attwood
“Asperger syndrome or high-functioning autism ?” van Eric Schopler en Gary B. Mesibov
“Autism, preparing for adulthood” van Patricia Howlin (1997) ISBN 0-415-11531-0
“The curious incident of the dog in the night-time” van Mark Haddon (2003) ISBN 0-224-06378-2. Dit boek is een jeugdroman met als hoofdfiguur een autistische jongen. De hoofdstukken zijn genummerd volgens de priemgetallen aangezien de hoofdfiguur geobsedeerd is door priemgetallen. Heel toepasselijk.
Daarnaast zijn er ook de wetenschappelijke tijdschriften “Journal of Autism and Developmental Disorders” en “Autism”.
————————————————————————————————————————
Mensen die lijden aan het syndroom van Asperger, in Amerika wel Aspergers genoemd, zijn in tegenstelling tot mensen met andere psychiatrische stoornissen vaker in staat om een zelfstandig leven te leiden. Het zijn doorgaans geen personen die permanent in een of ander soort woonvorm of instelling verblijven, maar gewoon in een doodnormaal huis wonen. Ze hebben gemiddelde tot hoge intelligentie, waarmee ze tot op zekere hoogte hun problemen compenseren, maar het gebied van sociale omgang blijft meestal een zwak punt. Omgangsvormen die voor anderen vanzelfsprekend zijn, zijn voor mensen met het syndroom van Asperger vaak wereldvreemd en het is soms moeilijk voor hen om uitingen van emoties op een correcte manier te interpreteren. Zo is het voor hen bijvoorbeeld soms (maar zeker niet altijd) moeilijk in te schatten of iemand iets als grap bedoelt of juist serieus. Het tonen van de eigen emoties gaat meestal ook zeer moeizaam. Deze problemen hebben als gevolg dat mensen die aan het syndroom van Asperger lijden vaak maar weinig vrienden hebben.
Het is echter een fabeltje dat mensen met het Aspergersyndroom niet of nauwelijks inlevingsvermogen hebben, of zich niet in een ander zouden kunnen verplaatsen. Ook mensen met Asperger kunnen met iemand meeleven, zich in de gedachten van een ander verplaatsen, enz. Wel waar is, dat ze niet altijd goed kunnen handelen naar dat inlevingsvermogen. Niet altijd weten ze hoe ze duidelijk kunnen maken dat ze iemand begrijpen, zijn emoties herkennen, enz. Dat wekt bij de andere partij vaak de indruk dat ze niet of nauwelijks invoelingsvermogen hebben.
Net zoals dat bij andere autistisch gestoorden voorkomt, kunnen Aspergers zich vaak volledig van de buitenwereld afsluiten en geobsedeerd bezighouden met hun interesses. Soms leidt dat tot opvallende resultaten: beroemdheden als Albert Einstein en Leonardo da Vinci, waren naar men nu denkt mogelijk ook met het syndroom van Asperger behept, en zouden dan juist voordelen benut hebben.
Voor mensen met het syndroom van Asperger kan het moeilijk zijn om een gesprekspartner recht in de ogen te kijken, waardoor zij soms als ongeïnteresseerd worden bestempeld, ook als het tegendeel het geval is. Een andere uiting van het syndroom kan de drang tot herhalende bezigheden zijn. Het hoeft voor mensen met het syndroom van Asperger bijvoorbeeld helemaal niet ongewoon te zijn vijf keer op een avond uit bed te stappen om de handeling van het controleren van de voordeur te doorlopen. Of ze kunnen bijvoorbeeld de neiging hebben altijd precies dezelfde levensmiddelen te kopen en daarbij precies dezelfde route door precies dezelfde winkel te nemen.
Er woedt een stevige discussie over de vraag of het Aspergersyndroom een uitvergroting is van het mannelijke standaardgedrag. Zo gesteld, zouden alle mannen een beetje last van Asperger hebben. Zij zouden van nature geneigd zijn zich op technische details en resultaten te richten en minder op contact en samenwerking. Er zou dan sprake zijn van een glijdende schaal van mannelijk gedrag naar Asperger (onderzoek van Baron-Cohen).
Uiteraard valt dan vervolgens de vraag te stellen of dat aangeleerd of genetisch bepaald is. Als mannen de oorlog in worden gestuurd worden ze misschien zo, of worden ze daarom de oorlog ingestuurd? Een aantal aspecten van deze discussie lijken op de discussie over hysterie (de naam ύστέρα, “hystera”, betekent “baarmoeder” in het Grieks). Dat zou namelijk een typisch vrouwelijke ziekte zijn volgens sommige feministische theoretici, veroorzaakt door onmacht vanuit hun rol als vrouw.
AS (Engels, Duits, etc)
Asperger's Syndrome (Engels)
Asperger's Disorder (Engels)
Asperger-syndroom (Nederlands)
het syndroom van Asperger (Nederlands)
Asperger-Syndrom (Duits)
Asperger-Autismus (Duits)
le syndrome d'Asperger (Frans)
el sÃÂndrome de Asperger (Spaans)
el trastorno de Asperger (Spaans)
la sindrome di Asperger (Italiaans)
Een verhaal:
Normaal, Asperger, hoogbegaafd, Asperger en hoogbegaafd
Deze pagina bevat enkele persoonlijke reacties van mensen op de vraag: wat is jouw typering voor de categorieën: ‘normaal’, ‘asperger’, ‘asperger en hoogbegaafd’, ‘hoogbegaafd’ (Dat mag heel kort. Gewoon zoals jij daar zelf mee omgaat.)
Joke Hoogeduin
Wat betreft die termen, ik beschouw hoogbegaafd vooral als de mogelijkheid om veel en heel snel informatie op te nemen en te koppelen aan bestaande informatie. Een beetje zoals een snelle computer met een groot geheugen en een erg goed besturingsprogramma. Dat geldt dan wel voor alle informatie en niet alleen cognitieve zaken. Dat zou ook de emotionele gevoeligheid verklaren, die veel mensalen lijken te hebben. “Normale”mensen verwerken de informatie langzamer en leggen minder snel verbanden, doordat ze minder mogelijkheden hebben om te koppelen. Je moet wel de nodige snel-beschikbare kaders hebben om dat te kunnen doen en dus ook een goed geheugen. Dat zou verklaren waarom zij graag met bouwsteentjes werken om te leren, die ze door herhaling vastleggen, zodat er een nieuw kader ontstaat. Hb-ers leren over het algemeen niet graag op die manier, maar koppelen liever nieuwe informatie aan bestaande of beginnen bij het geheel (als alles nieuw is) en zoeken dan de ontbrekende of nog niet begrepen schakels uit, totdat ze begrijpen waar ze mee bezig zijn. Maar bovenstaande is wel mijn mening. Ik weet dat er veel over nagedacht en geschreven wordt in de wetenschap, maar ik ben het met lang niet alles eens. Asperger beschouw ik als autisme, maar dan met een grotere harde schijf, zodat het niet zo opvalt. Daarbij ga ik ervan uit dat autisme vooral bestaat uit het onvermogen om context te zien en te begrijpen, zodat een autist de wereld als feitelijk ervaart, terwijl de hele maatschappij op context gebouwd is. Ik zie op mijn werk (psychiatrie, ik ben verpleegkundige) ook dat autisten met wie het slechter gaat, bijvoorbeeld door een psychose, meer stereotiep gedrag vertonen, zoals het schommelen, fladderen, geluiden van apparaten nadoen, etc. Bij een van hen zie je in goede tijden een normaal sociaal mens, met wat rigide gedragspatronen en de neiging om dingen letterlijk te nemen. Je zou hem nooit autistisch noemen, als je de andere kant niet gezien had.
Welke groepen?
AS&HB
1 Diverse of vele zeer specifieke interessegebieden, maar met slechts één tegelijk daarvan geconcentreerd en diepgaand bezig
2 Motorisch en ruimtelijk vaak (niet in elk individueel geval) zwak in verhouding tot de algehele intelligentie; daardoor enigszins onhandig in praktische zaken
3 Sociaal zeer zwak in verhouding tot algehele intelligentie; daardoor niet in staat tot aanpassing aan allerlei gedragscodes, niet geaccepteerd, geïsoleerd en dergelijke
4 Naïef, eerlijk, zeer sterk rechtvaardigheidsgevoel
5 Creatief of geniaal in wetenschap en/of kunst
AS
1 Kleiner aantal zeer specifieke interessegebieden
2 Motorisch en ruimtelijk vaak zwak in verhouding tot algehele intelligentie; daardoor onhandig
3 Sociaal zeer zwak in verhouding tot algehele intelligentie; daardoor niet in staat tot aanpassing aan allerlei gedragscodes, niet geaccepteerd, geïsoleerd en dergelijke
4 Naïef, eerlijk
5 Soms (niet in alle gevallen) creatief
HB
1 Brede interesse en met meerdere gebieden tegelijk bezig, maar met neiging tot oppervlakkigheid en niets echt diepgaand ontwikkelen
2 Motorische en ruimtelijke vaardigheden min of meer in evenwicht met intelligentie
3 Sociaal niveau min of meer in evenwicht met intelligentie, of tenminste in staat tot aanpassing aan gedragscodes
4 Rechtvaardigheidsgevoel, niet naïef
5 Soms (niet in alle gevallen) creatief
Gewoon
1Weinig of geen specifieke interesses en nergens diepgaand mee bezig
2 Motorische en ruimtelijke vaardigheden min of meer in evenwicht met intelligentie
3 Sociaal niveau min of meer in evenwicht met intelligentie
4 Niet naïef
5 Niet creatief
————————————————————————————————————————
>Wat zie jij voor verschil met ‘alleen hoogbegaafd’ of
> ‘alleen asperger’?
Alleen hb, dat is C. Die is altijd in voor wat nieuws en heeft
uitdagingen nodig. Bovendien wil ze alles zelf doen en wil zo min mogelijk
hulp. Eigenwijs!
M. (as&hb) houdt van herhaling, en protesteert altijd bij wat nieuws, al is het
maar nieuwe kleding. Extra-les op school was ook al zo dubbel: ze had het er
best naar haar zin, maar vroeg nooit om iets extra's en had er een hekel aan
om zomaar uit de klas te moeten. M. vind het wel makkelijk als ik
dingen voor haar doe, bovendien dat hoort zo, want dat doet mama altijd.
Alleen Asperger: meestal hebben die kinderen speciaal onderwijs nodig. Als
het al lukt op de basisschool, gaat het vaak fout op de middelbare school.
>Hoe zou jij heel in het kort beschrijven
> ‘normaal’, ‘hb’, ‘as’, ‘hb&as’
Normaal: niet afwijkend van het gemiddelde. Een kind waarbij het klikt met
klasgenoten, die elke dag iets nieuws leert op school en opgroeit volgens de
boekjes.
Hb: een kind dat meer wil en uitdagingen nodig heeft. Heeft vaak oudere
vriendjes. Kan enorm vervelend zijn uit frustratie en laat dat dan ook aan
iedereen weten.
As: een kind dat de wereld om haar heen niet goed begrijpt. Leeft vaak in
een eigen wereld, en is het gelukkigst als het haar eigen gang kan gaan.
Hb+As: een kind waarbij thuis vooral As op de voorgrond staat, maar op
school hb. Een zeer tegenstrijdig vat dat cognitief veel hoger scoort dan
leeftijdgenoten, maar op andere punten weer veel lager. Een kind dat je
ondanks hb toch heel veel moet begeleiden en uitleggen.
Hier zomaar wat ideeën/eerste gedachten over het onderwerp. Niet echt verder uitgewerkt. Ik vond het makkelijker om het te beschrijven in termen van verschillen.
Verschil tussen autisten en ‘gewone’ mensen, hoogbegaafden en hoogbegaafde autisten.
Autisten hebben moeite om te kunnen zijn. Hun leven moet meer volgens vaste patronen en regels lopen dan van ‘alledaags functionerende mensen’. Ze zijn eigenlijk constant hun buitenwereld aan het ordenen en dan aan het bepalen hoe ze daarin ‘het beste’ kunnen handelen. Als ze eenmaal bepaald hebben wat dan het beste is: zitten, ‘s avonds tv kijken, of ’eten om 17:45 uur', dan kunnen ze er moeilijk tegen om door anderen/omstandigheden uit dit patroon te worden gehaald. Het lijkt of dat patroon van handelingen één is met hun gevoel van zijn. Een ander patroon is iemand anders zijn en dat is (te) verwarrend. Vaak weten ze niet zo goed wat ze voelen, wel wat ze doen en wat anderen doen.
Autisten en hoogbegaafden.
Hoogbegaafden zijn in staat om snel de buitenwereld en ook kun binnenwereld te doorgronden. Het verschil met autisten is, dat dat niet is ontstaan uit een behoefte om te overleven, maar meer een hobby is, iets natuurlijks of gewoon 'n talent. Hoogbegaafden lopen ook het risico een kloof te hebben tussen gevoelens en verstand, maar de gevoelens zijn aanwezig en spelen een rol in het dagelijks leven.
Autistische hoogbegaafden (A) en normale hoogbegaafden (B).
A en B kunnen even bedreven zijn in de wetenschappen en daar goed in functioneren.A hebben meer moeite om het abstracte ook emotioneel ‘n plek te geven huis tuin en keuken gebeuren. Misschien dat A meer op kunnen gaan in hun ws arbeid en minder behoefte hebben aan vriendschappen/relaties daaromheen. Misschien dat in B meer samenwerken met andere ws’rs daarbij.
http://autisme-asperger.startpagina.nl/
Deze pagina is echt uitgebreid……het is een boeiend onderwerp Bas.
Met Vriendelijke Groeten
Melvin Kef