Ja die kende ik Joop, dat is een leuke anekdote van Schubert.
Schubert heeft flink moeten leuren om zijn composities gepubliceerd te krijgen. Waarom is niet duidelijk, maar het lukte hem maar mondjesmaat. In 1817 deed hij een poging om zijn lied Erlkönig te publiceren bij de Leipziger firma Breitkopf & Härtel. Zij kenden alleen ene Franz Schubert uit Dresden en zonden hem daarom het manuscript ter bevestiging.
Deze nu volstrekt onbekende Franz Schubert antwoordde: “Met de grootste verbijstering bezweer ik u dat ik deze cantate nooit heb geschreven. Ik zal alles doen om erachter te komen wie u zo onbeschaamd zulke rommel heeft toegestuurd en daarbij ook nog eens mijn naam heeft misbruikt.” Het manuscript werd na dit incident zonder commentaar retour gestuurd naar de echte Franz Schubert.
Tijdens zijn verblijf in Hongarije componeerde Franz Schubert het Deutsches Requiem voor zijn broer Ferdinand die liet voorkomen alsof hij het werk zelf had geschreven, waarschijnlijk om zijn naam als muziekleraar te promoten. Hij pronkte feitelijk met andermans veren. In een brief aan Franz biechtte Ferdinand zijn
“zonde” op. Schuberts antwoordde hier heel liefdevol op in één van de liefste brieven die hij ooit schreef: hij maakte totaal geen punt van wat zijn broer hem had bekend en schreef enkel dat het de grootste beloning voor het schrijven van het requiem was die hij zich kon indenken. Pas in 1880 werd deze brief ontdekt. Voor die tijd werd het requiem altijd aan Ferdinand toegeschreven.
Groet
EMlvin