Ik vind juist dat er veel te wéinig spanning in de symfonieën van Brahms zit, vandaar dat ik er niet zo van kan genieten. Grappig hè? Ieder zo zijn redenen!
De late Strauss (zoals de meeste mensen Richard kennen) moet ik niet veel van hebben, maar zijn vioolconcert in d, op.8 behoort mijns inziens tot de mooiste vioolconcerten uit de Romantiek ooit - wellicht is het niet erg origineel qua vorm, maar de meesterlijke melodieën overtreffen die van Beethoven, Brahms' en Dvoraks concerten verre. En dan te bedenken dat het een werk van een tiener is. Strauss begon als genie maar eindigde als talent. (Unlike Schumann, n.b.)
Er zijn een hoop componisten die ik vreselijk vind, en componisten die geboren zijn na 1900 neem ik al niet eens meer serieus, maar om eventjes een to the point reactie op dit overigens erg leuke topiconderwerp te geven:
Mahler boeit me geen… eh, niets. Ik vind dat quasi-intellectualistische gedweep met die eeuwige symfonieën van Mahler (veel anders, afgezien van liederen, heeft meneer niet eens uit zijn pen gekregen), wat al zolang “in” schijnt te zijn in Nederland, ronduit scabreus - wat dat betreft benijd ik onze zuiderburen. Ik vraag me af of Mahler ook zonder Willem Mengelberg ooit zo populair was geworden in Nederland; wat een saaie muziek! Hoe kan men daar nou wat aan vinden?!
De Symphony van Hans Rott is inderdaad heel erg mooi, al zitten er wel ware momenten in. Maar ja als je het verhaal rond deze componist kent vergeef' je hem deze onvolkomenheden en kan je toch alleen maar genieten van zijn muziek.
Wat betreft Mahler, ieder zijn mening inderdaad. Ik vind ook niet al zijn symphonieen zo boeiend, maar er zijn er bij………
Na 1850 zijn er volgens mij nog heel wat interresante composities gemaakt, waar absoluut een reet aan is. Maar ja ieder zijn mening.
Wel vraag ik me wel eens af of sommige mensen wel open staan voor nieuwe geluiden (dit bedoel ik in het algemeen).
Mensen roepen al heel gauw dat iets niet mooi is zonder echt goed te luisteren.
Natuurlijk zijn er stukken bij die mij ook niets doen, maar dat heb ik met composities van voor 1850 ook.
Is dat zo? Ik vind zijn laatste werken ver uitsteken boven zijn vroege:
- het strijkkwartet nr. 6 (“requiem” voor zijn zusje Fanny) is beter dan nrs. 0 - 5;
- het vioolconcert in e is beter dan zijn jeugdige vioolconcert in d;
- symfonieën nrs. 3 (“Schotse”) & 4 (“Italiaanse”) zijn beter dan nr. 1;
- pianoconcerten nrs. 1 & 2 zijn beter dan zijn jeugdige pianoconcert in a;
- etc.
Ik vind het een beetje aandoenlijk dat bij velen Mendelssohns reputatie vaak rust op het wonderkindprincipe, terwijl hij naar mijn mening maar 2 werkelijk geniale werken schreef in zijn jeugd: de ouverture “Midzomernachtsdroom” en het octet voor strijkers. Natuurlijk heeft hij al vroeg symfonieën en dubbelconcerten, strijkkwartetten en pianosonaten geschreven, maar die staan in geen verhouding tot zijn latere werken, die véél beter zijn.
Mendelssohn lijkt me, net als Mozart, 1 van die zeldzame wonderkinderen die het niveau van zijn composities tijdens zijn leven nog wél heeft weten te verhogen, i.t.t. Strauss en Korngold en een hele trits anderen die met recht minder populair zijn.
Het moge duidelijk zijn dat er zelfs na 1950 (en dus niet vóór 1850) composities werden gemaakt die ik prachtig vind, zolang ze uit een romantische pen zijn gekomen. De werken van Dohnányi, Glière en Bortkiewicz lijken me hier schoolvoorbeelden van. Wel degelijk is dáár een reet aan voor mij, net zoals er genoeg muziek van vóór 1850 is die me ook niet kan boeien (Berlioz - gaaaap).
Weet je zeker dat je deze post als spam wil rapporteren aan de beheerder?
Deze post wordt als spam gerapporteerd aan de beheerder van het forum. Bedankt!
Weet u zeker dat u dit topic wil verwijderen?